Hoe vaak hoor ik het ondernemers niet zeggen: ‘Ik wacht even tot de webbouwer alles af heeft, en dan kijk ik dán wel naar de teksten’. Waarom dat echt faliekant verkeerd kan lopen, leg ik je uit in dit artikel. Niet om jouw webbouwer zwart te maken, maar wel om jou erop te wijzen dat er dingen moeten gebeuren vóórdat je gaat bouwen… en de vraag is: heb jij dat gedaan?

Een van de belangrijkste dingen waarvoor een website is bedoeld, is actie! Je wilt je lezers niet alleen informeren, maar ook in beweging zetten.

Zij hebben een probleem…. Jij hebt de oplossing… en dat komt alleen bij elkaar als één van de twee in beweging komt.

Om jouw lezer van zijn lekkere luie plofbank af te krijgen, moet je echter wel van goeden huize komen. Ik vergelijk het soms met mijn puberzoon. Als hij zit te gamen, boven op zijn kamer, dan is de afstand tussen ons figuurlijk behoorlijk groot. Als ik dan roep “Kom je beneden, ik heb wat lekkers voor ons op tafel gezet!?”, dan denk je dat ik een aantrekkelijk aanbod doe. Maar wat gebeurt er? Niks. Ik zou willen zeggen: serene stilte. Maar ook dat is niet waar, iedereen met gamende zonen weet dat er flink gepraat, geschreeuwd en gerammeld wordt.

Maar goed, de actie die ik beoogd had, blijft uit.

Dan kan ik zeggen: het werkt niet. Het ligt aan die pubers. Ze happen gewoon niet.

Of ik kan zeggen: mijn boodschap komt niet aan. Ik moet met een betere boodschap komen.

 

Aaaaiiii… heb je ‘m?

De meeste ondernemers geven hun klant de schuld. Of de markt. Of de tijd. Terwijl de vraag is: hebben ze al kritisch naar de boodschap gekeken.

‘Ja hoor, zéker!’. Zeggen veel ondernemers. ‘We hebben net een nieuwe website laten maken. Vorig jaar. Máánden mee bezig geweest. Hij is eigenlijk nog maar pas geleden online gekomen. Kakelvers!’.

Maar dat is dus waar het fout gaat. Bepalen hoe het eruit moet zien, is niet hetzelfde als bepalen wat de boodschap is.

  • De boodschap van je homepage.
  • De tagline op die homepage.
  • De eerste actie op de homepage.
  • En de secundaire actie.
  • Dan door naar de subpagina’s en daar ook per aparte pagina: wat zeg ik hier? Wat wil mijn lezer op deze plek méér weten? En wat geef ik de klant hier dan en hoe krijg ik hem/haar in beweging? Niet al je klanten, maar specifiek deze die die interesse toont in dit product.

 

Als je dit leest, zou het goed kunnen dat je even schrikt.

En dat je denkt: ‘chips, hoezo deze klant? Ik heb toch maar één doelgroep?”. Of je hebt juist toegeschreven naar je ‘meest ideale klant’, nadat je urenlang hebt geploeterd op het maken van een persona.

 

En nu zeg ik: elke pagina heeft een eigen klant. En al die klanten hebben wat anders nodig om in beweging te komen.

Dus wat had je éérst kunnen bepalen voor een optimaal succes van je website?

Je structuur.

Welke pagina’s heb je? Waarin verschillen die? Verschillen ze niet? Dan samenvoegen tot één: houd het overzichtelijk.

Heb je er maar één terwijl je vier diensten hebt? Dan heb je vermoedelijk vier alinea’s die je zou moeten uitbouwen tot vier aparte verhaallijnen. Gericht op vier aparte potentiele klanten die elk wat anders zoeken. De één wil snel, de ander wil goedkoop, de ander wil juist extra tijd en weer een ander wil alleen de meest betrouwbare partij, geld speelt geen rol. Zie je?

Vervolgens kun je ook bedenken wat elk van die klanten nodig heeft om in beweging te komen. En die beweging, die bied je aan in je call to action.

Gevolg?

Het past beter. De route is logischer. Het verhaal slaat beter aan. De volgorde klopt.

Je bent in het hoofd van je lezer gaan zitten.

Vóórdat je gaat bouwen.

Want die bouwer doet zijn ding en dat is een mooie website bouwen, op een zo aantrekkelijk mogelijke manier. Maar het uitzetten van die hele structuur? Dan doen de meeste bouwers niet. Die vragen aan jou wat jij wilt. En jij bent ondernemer, geen websitespecialist. En in de meeste gevallen: je hebt er ook nog nooit zo intens over nagedacht.

Dus mijn boodschap. Ga denken, sparren en schetsen voordat je je briefing aan de webbouwer geeft.

Krijg je veel betere websites van!

 

PS: Nog even over die puberzoon. De crux zit hem dus in de boodschap. ‘Wat lekkers’ aanbieden is veel te vaag. Dat ziet hij niet voor zich. Dus ik heb riep op een gegeven moment: “We hebben chips. Paprika en nog een paar Nibbits’.

Dat werkt al beter. Hij zag het voor zich. Kreeg trek. Zei zijn gamevrienden gedag en was vijf minuten later beneden. Ik weet inmiddels dat het zo werkt met alles wat je visueel maakt. “Ik heb lekkers gemaakt! We hebben kaasjes… euh… komkommer en van die pittige worstjes. Kom je ook beneden?’. Wat je verkoopt, is niet meer het enige. Het gaat erom dat je het lekker maakt. Dat je laat merken dat je aanbod tijdelijk is, want het schaaltje is niet voor hem alleen. En oja, wij gaan vast beginnen. Op = op. En dan zijn er nog altijd ondernemers die dat pusherig vinden. Maar volgens mij zijn alle moeders hier natuurtalenten in 🙂 .