Terwijl ik stoei en steggel met de alinea’s van een verkooppagina voor een grote website, krijg ik een mailtje binnen.
In de kopregel iets over pitchen, sleuren en hopen.
Typisch een regel waarmee de afzender, meestal een coach, jou ‘in de pijn zet’.:
Dit is je probleem, en als je het probleem niet voelt, ga je niks kopen. Dus wordt die pijn er nog even extra ingewreven.
Ik doe het ook, met regelmatig, op de salespages van een website.
Maar ik zie nog wat anders. Iets ergers.
Nog even over die pijn: dat werkt dus gewoon. Want een lekkere positieve oplossing bieden is hartstikke leuk, maar in de meeste branches heb je concurrentie. Dat betekent dat zij ongeveer dezelfde oplossing bieden, zeker in de ogen van je potentiele klant. En wat doet die klant? Die gaat dus voor de klik. Het juiste ‘gevoel’, herken je dat?
Daarom heb je emotie nodig. En ‘een’ emotie is pijn. Het gaat niet alleen om de pijn (dat is sterker dan een wens willen), maar ook om wat anders: je klant wil weten of jij wel weet wat er speelt.
En daarmee kom ik op een punt.
Want jouw lezer test of jij wel een expert bent. Dat geldt eigenlijk voor elke website.
En daar ging het om in de mail die ik ontving. Want volgens die mail moet je aan Expertise-marketing doen. En wat houdt dat in?
“Je positioneert jezelf als de bekendste expert in jouw markt. Waarna je praktisch geen last meer hebt van concurrentie en van prijsweerstand. Mensen willen alleen jou, en ze betalen zonder morren jouw hoge prijzen.”
Kijk, en daar kreeg ik toch jeuk van. En ik hou absoluut van smeuïge teksten, dat voorop! Maar deze….
Zie je wat er mis is?
De afzender belooft iets. Dat mag, maar het gaat mij net iets te gemakkelijk. Ietsiepietsie maar, maar juist dat ietsiepietsie is het verschil tussen een dikke glimlach of de kriebels krijgen van die mail.
Kriebel 1:
“Je positioneert jezelf’ is wel heel hard neergezet. Je bént het, of je bent het niet. In dat laatste geval moet je iets anders verzinnen, wat mij betreft.
Zodat je kunt zeggen wat je wél bent. Nu al.
‘Positioneren’ klinkt – en voelt – als ‘bluf maar’.
Jeuk 2:
Daarna gebruikt de afzender de slimme zin: ‘praktisch geen last meer van concurrentie’. Hij geeft geen 100% garantie. Wat ik snap. Maar hij schrijft het hier zo gemakkelijk op dat je toch het gevoel krijgt dat hij iets garandeert, terwijl hij welbeschouwd een gigantische slag om de arm houdt. Dus eigenlijk belooft hij alles, maar zwart op wit staat het zeker niet!
En dan de uitsmijter:
“Mensen betalen zonder morren jouw hoge prijzen’.
Nu ik dit apart zet, heb ik niks tegen op de inhoud. Je moet als ondernemer de kost verdienen, en vaak kun je alleen kwaliteit bieden als je hogere prijzen hanteert dan de markt.
Maar merk je wat ik nu doe?
Ik specificeer die hoge prijzen direct: ‘hogere prijzen dan de markt’.
Ik vind ‘hoge prijzen’ zo kaal klinken, alsof je over de rug van de klant absurde tarieven hanteert.
‘Zonder morren’ draagt daar aan bij. Beetje denigrerend, zo voelt het. “Laat het volk maar morren, de koning gaat toch zijn eigen gang”.
Soms gaat het om kleine woorden.
De afzender van deze mail belooft een extreem simpele marketingmethode te zullen verklappen.
Als je niet houdt van dat extreme, maak je er van: ‘een veel fijnere marketingmethode’. Of een veel simpeler marketingmethode.
Copywriting heeft alles te maken met pitchen, pijn doen, hoop geven en verleiden. De woorden waarmee, en de vooral in combinatie met elkaar, die vormen de échte boodschap. Daarin zit de nuance die ervoor zorgt dat jij anders overkomt dan je concurrentie zonder dat je hoeft te bluffen.
Volgens mij dan.
En dan bedenk ik me ineens: finetunen is misschien nog wel belangrijker dan het schrijven van je concepttekst. Ik heb het jaren niet gedaan voor bestaande teksten omdat ik liever alles opnieuw neerzet. Maar ik doe het nu wel weer; in één op één livedagen waarin we samen jouw teksten finetunen en je website doorlopen op onlogische dingen. Simpelweg omdat ik er veel schrijf-het-zelf-ondernemers blij mee maak.
Wil je zo’n spardag? Mail of bel me dan. Dan voorkom je dat jouw teksten jeuk veroorzaken.