Social media zijn reuze effectief om nieuwe mensen kennis te laten maken met jouw bedrijf. Dus heb je vast social media buttons op je website gezet. Maar welke buttons heb je nu precies en welke zijn eigenlijk het belangrijkst? Hier gaat nogal eens wat mis!
Deelbuttons, de share-icoontjes, zijn belangrijker dan de volg-icoontjes. Veel webbouwers vragen jou of je social media buttons op je site wilt. “Ja natuurlijk”, roep jij als klant. Maar: welke buttons bedoel je eigenlijk: volgen of delen?
Op veel websites staan alle volg-icoontjes die jouw lezer weg sturen, en moet je zoeken om de veel functionelere share-buttons.
Bedenk zelf: als mensen al op jouw site zijn gekomen, dan is het niet handig om ze weer weg te sturen. En dat is precies wat je doet als je je social media ‘volg mij’ prominent op je homepage zet. Zo’n leuke Facebook-box bijvoorbeeld. Of een hele kolom met al je berichten op Twitter.
Allemaal afleiding.
Kijk maar eens hoe jij dat eigenlijk hebt ingericht op je site.
Waarschijnlijk gebruik jij social media vooral om mensen naar jouw website te dirigeren. Terecht, want via jouw website (mits je een optin hebt voor een nieuwsbrief) kun je een relatie leggen waarbij jij de controle hebt. Die controle is vele malen groter als jij hun mailadres hebt, zodat je ze gericht, persoonlijk en met grotere kans op lezen, kunt bereiken. Je wilt ze dus van je social media naar je website hebben, en niet andersom.
Maar waar zet je dan die volg-mij-buttons?
Laat je die helemaal weg? Nee hoor, helemaal niet nodig. Die volg mij buttons zijn hartstikke handig als je mensen via een tweet of post op je website krijgt, maar die mensen volgen jou nog niet structureel. Komen ze op jouw site, dan wil je het allerliefst dat ze zich inschrijven voor jouw gratis weggever, tenminste, als die mensen tot jouw doelgroep behoren. Dat kan dus ook als ze zijdelings betrokken zijn bij jouw onderwerp, maar misschien wel jouw doelgroep kénnen.
Doen ze dat niet, dan zijn die social media jouw alternatieve aanbod. Minder controle, dat is jammer, maar je hebt via je tweets of posts altijd nog een tweede kans om ze binnen te halen als vaste contacten. Iets is beter dan niets.
Zet de volg-knoppen daarom wel op home, maar kleiner dan je opt-in voor je weggever. En vermeld het bij contact, dat is meestal toch een pagina waar jouw lezer pas heengaat als er al een soort verbintenis is.
Waar zet je de deel-buttons?
Die kom je overal tegen. Vroeger alleen onder blogberichten. Waardevolle inhoud, weet je nog?
Maar toen bedacht iemand dat het ook handig was als ze jouw product of dienst konden delen zonder gedoe met knippen en plakken van URL’s. Ook waar.
Tegenwoordig zie je ze ook op home. Dat kan heel mooi staan, in sommige designs. Maar wees er voorzichtig mee. Want stel: Jan leest jouw site en denkt: hee, dit is wat voor Kees. Hij deelt de homepage met Kees. Als Kees, volkomen ‘out of the blue’ die verwijzing volgt, ziet hij jouw homepage. En dan? Op die homepage staan vaak heel veel keuzes. Dus waarom heeft Jan dit doorgestuurd?
Het wordt een zoekplaatje.
Liever stuur je je lezers door naar een concrete pagina met precies dat aanbod dat interessant is voor Kees. Of die pagina Over Jou, als Kees jou zou herkennen van een netwerkbijeenkomst. Van daaruit gaat hij heus wel even verder lezen. Maar die homepage vraagt meteen om keuzes, en ik zou Kees liever eerst even de tijd geven om rond te kijken.
Welke media wel en welke niet?
Bij volgen is dat simpel: je verwijst alleen naar die media waarop je zelf (zakelijk) actief bent. Wees niet bang om een social knop te verwijderen als je daar nauwelijks nog aanwezig bent. Jouw lezer wil berichten van jou zien, dus heeft het geen zin om ze te verwijzen naar een plek waar jij niet nooit meer komt.
Een uitzondering maak ik voor Google Plus. Ik raad je aan om sowieso een Plus-account aan te maken en af en toe te gebruiken. Zelfs als je daar weinig contacten hebben, deel je berichten daar. Simpelweg omdat je daarmee het ego van Google streelt, en dat is altijd goed voor je zoekresultaat.
Bij de deel-buttons zul je je moeten verplaatsen in je eigen doelgroep. Waar zitten ze? Waar willen ze jouw onderwerp delen? Een icoon méér is beter dan een icoon te weinig. Dus zat naast FB, Li en Twitter zeker ook Pinterest, G+ en Instagram erbij als die in trek zijn.
Met teller of neutraal?
Ik ben zelf wat terughoudend met die tellertjes op de social media buttons: zo vaak gedeeld. Voor een dienstenpagina zal het niet zo hard optellen en dan lijkt het net alsof er weinig bezoekers komen terwijl dat niet zo is.
Dat ligt anders als je een leuke gadget verkoopt en specifiek dat product laat delen door je bezoekers, ongeacht of ze kopen of nog niet kopen.
En voor je blogpagina? Het kán een goede motivatie zijn om óók dit blog te delen, als anderen het blijkbaar ook moeite waard vinden. Maar ik betrap mezelf wel eens op het tegenovergestelde: als ik zie dat een blog nog niet is gedeeld op Twitter, ben ik de eerste die dat wel doet J.
Niet vergeten:
Een veel vergeten plek voor sharebuttons: onderaan je nieuwsbrief die in de mailbox komt. En dan nogmaals herhalen onderaan je blogartikel dat online staat. Dat lijkt dubbelop, maar je hebt nu eenmaal snelle mensen die het bericht zelf niet lezen, maar die de titel zien en het wél doorsturen aan een ander, die misschien wel tijd heeft om door te klikken.
En je hebt mensen die eerst het hele artikel lezen en dan pas besluiten of het de moeite waard is om te delen. Voor die mensen moeten de knoppen in mijn beleving dan ook onderaan het blogartikel staan, en niet bovenaan, wat je ook nog wel eens ziet.
Loop je site maar eens door. Kijk even of jouw media nog up to date zijn. Verwijs alleen naar media waar je echt actief bent. En zorg voor share-knoppen op de goede plekken. Als jouw site alweer wat langer meedraait, dan kunnen er best gaten zijn gevallen die je in een paar tellen weer dichtmetselt. Doen hoor!
[shareaholic app=”share_buttons” id=”6780370″]